maandag 8 augustus 2011

derde: negen minuten

daar aan de kant van de weg begint die vieze lifter
ons een verhaal te vertellen waarvan da we
op die moment ni weten of we dat nu
moeten geloven of ni, was die ons nu voor de zot aan het houden
precies of wij waren twee paljassen die ge zomaar alles kunt wijsmaken
of was die misschien toch
de waarheid aan het vertellen -
da konden we niet raden.
maar hoopten bijna n ni waar was

dat was een heel lang verhaal, die was wel drie uur bezig, nu ni navertellen
maar in het kort kwam dat neer op het volgende:
een jaar of twee geleden was die mens al eens
op die boerderij geweest, namelijk omdat die voor het school
een foto moest maken van een varken,
die studeerde fotografie en die zijn opdracht was: eindwerk
fotografeer een varken;
en tegen hem hadden ze gezegd dat die boerderij, in die bossen bos. e couchon noir,
een varkensboerderij zou zijn.
dus die belde daar aan, vriendelijk ontvangen
die kreeg een bed aangewezen
die kreeg een glas melk
en die werd door heel die boerderij rondgeleid.
da's allemaal goed en wel, zei die gast, maar,
zei die op den duur, ik heb wel twee opmerkingen. twee eigenaaridgjeiden
ten eerste: ik vind dat hier wel heel somber, heel naargeestig.
dat is hier een opvallend donkere, triestige boerderij
dat plafond is hier zo laag dat ge overal uwe kop stoot,
bij iedere deur moet ge bukken,
sommige dueren waren daar zo laag dat ge daar op handen en voeten door moest -
én het is hier ongezellig omdat er overal spinnenwebben hangen
en omdat de vloer zo hard kraakt
en
het stinkt hier zo hard!
want inderdaad, beste kinderen, het feit dat die
lifter, dien at hier tegenover ons zat, zo overdreven hard stonk
da kwam volgens hem door toen; doordat die
twee jaar geleden op die boerderij was geweest;
nu nog altijd stonk die daarvan.
jullie
-jamaar, zegt die nadia direct, kunt gij uw eigen dan ni wassen??
-jawel, zegt die lifter, maar zegt die, da is precies een vloek
elke keer as kik mijn eigen was, wrijf
wordt da precies alleen maar erger
nadat ik uit bad kom
stink ik nog harder
dan voordat ik in dat bad ging
hoe kan da?
da moet een vloek zijn
maar dat is precies of
elke keer as kik een washandje aanraak
is da precies of
d'r komt stront uit da washandje.
dus da was er opvallend aan die boerderij ongezellig
maar d'r was nog iet:
het was die lifter twee jaar geleden ook opgevallen
dat er in die boerderij, heete dan wel zwarte varken
wel katten en honden rondliepen, en ezels en koeien en eenden,
in de keuken stond er zelfs een trekpaard,
da was geen toeval;
da trekpaard was bezig, het gasfornuis naar de living te trekken
dus al die beesten zien ik hier wel
maar
dat is hier een varkensboerderij
en varkens zien ik wel nergens
hoe kan da?

en daarom was da verhaal, of het nu waar gebeurd was of niet,
zo angstaanjagend;
dien boer, da was wel een raren boer,
een kromme mens met een grote dikke neus en wild ros haar
een heel grote handen en heel heel grote voeten
die mens, als het volle maan was,
veranderde die
in een varken
ni een lief varken, zo'n schattig roos chinees hangbuikzwijntje da op zijn tenen loopt met spelen
maar wel veranderde die volle maan
in een wild verscheurend jachtvarken
da alles dat hem tegenkwam
zolang as de volle maan in door lucht zwoof
aan stukken scheurde.

da vertelde die lifter.
maar wij geloofde da ni.
kan iedereen vertelken.
dus
die lifter liet een foto zien.
en da was inderdaad een foto in zwart wit
een foto gemaakt met een gsm
een foto van een reusachtig akelig wildverscheurend superzwijn
as ge die foto zag
dan rieptevanzelf aaaaaaa.
dus, vroeg die nadia,
want zelf wist ik al genoeg, ik wou al terug naar huis
voor mij was het al wellekes geweest
hoe is dat dan afgelopen?
dien boer had mij gewaarschuwd, verander, gebeurde ni
zei die lifter
maar
ik geloofde die ni.
dus ik zijn daar toch blijven slapen.
en in het begin gebeurde d'r niks.
ik vond dat daar wel grellig
maar snachts gebeurde d'r niks, arige geluiden, schorpioen, benauwend, ni ademen
en elke morgend was ik blij da ik nog leefde
maar
en zo eindigt die zn verhaal
na twee weken
de laatste nacht dat hem daar zou zijn gebleven
want hi had nog altijd gene foto kunnen pakken
dus hij was beginnen denken, ik gaan hier nooit geen varken vinden
ik stop ermee,
juist die laatste nacht
ziet hem door het venster
achter de takken van de bomen
een grote ronde donkeroranje volle maan
waar dat zwarte nevelslierten langs voorbij blazen
in de nachthemel zweven
hij hoort ineens krabbelen aan de deur
hij wil ni opendoen
maar de deurklink ga vanzelf open en dicht
d'r wordt aan die deur gerammeld
en gewrongen dat het ni meer schoon is
en daar hebt op een mopment ineens
mee dat het buiten begint te bliksemen
springt het verschrikkelijke weervarken in die lifter zijn kamer naar binnen
die bijt naar die zijn handen die bijt in die zijn neus benen in die zijne nek
die trekt aan die zijn haar
die was klaar om die lifter aan stukken te scheuren
die lifter die Springt valt tuimelt door het raam
die zijne val wordt gebroken door de takken van die bomen
maar die valt
in een keldergat beneden
die zakt door dat keldergat
en die zie niks`het is daar pikkendonker
met een aansteker dat die op zak heeft
want die is allang geleden gestopt met smoren
maar nog altijd van toen dat hem smoorde heeft wel nog altijd die gewoonte
naar overal dat hem ga of sta of langs de takken valt al goed dat bomen daar stonden al goed ni zlf snoeien
zijnen aansteker mee te nemen
die maakt licht
en wat ziet die?
wat ziet die?
nu zie Ik Ullie,
maar wa ziet die lifter in dees verhaal,
die zie allemaal mensen
kinderen van zeven jaar
ouw boma's van tachtig jaar
maar ook katten en honden
en nog meer mensen
en die zijn allemaal
verhakkeld en in stukken gescheurd
die hebben gene kop meer
of as die wel nog een kop hebben
zijn die hun oogbollen daar uit getrokken
die hun tong hangt zo eruitgetrokken tot op hun schouders
die zijn maw allemaal tijdje geleden doodgemarteld en in stukken gescheurd.
het bloed druipt daar van de vensterbanken
grote spinnekoppen
zijn die mensen hun oogbollen aan het opeten
en tussen al die lijken
zit er ook nog een vleermuis te lachen.
jij - knor bent de volgende! roept da zwijn.
jij bent de volgende.

en toen? vragen wij. en toen?
maar ja, toen is die lifter dus op het laatste nipperke
langs den draad
toch nog kunnen gaan lopen
da moésten wel geloven
want as die ni was kunnen gaan lopen
dan had die nu ni meer geleefd
en as die nu ni meer had geleefd
kan kon die nu ni hier tegenover ons zitten
om dees verhaal te vertellen.
dus okay, da konden we wel volgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten